In interieurarchitectuur zit de kracht vaak in de samenhang tussen grote gebaren en kleine vormen. Wanneer lijnen, rondingen en overgangen op elkaar afgestemd zijn, ontstaat er een vanzelfsprekendheid in de ruimte. Niet alleen in de architectonische basis, maar juist ook in details zoals maatwerkmeubilair, wandafwerkingen en materiaalovergangen komt de vormentaal tot leven. Het zijn die verfijnde vormen — de radius van een blad, de belijning van een greep, de curve van een nis — die ritme en gelaagdheid aanbrengen in een ontwerp.
Deurkrukken zijn hierin geen uitzondering. Ze vormen een tastbaar onderdeel van het ruimtelijk ontwerp en volgen idealiter dezelfde logica als de rest van de vormentaal. Een afgeronde kruk kan een echo zijn van de zachte radius in een keukenfront, terwijl een strakke, hoekige vorm een lijnenspel uit het maatwerk subtiel doorzet.